Deelnemers komen ogen en oren te kort
Jarenlang stond de appelvink bovenaan het verlanglijstje van Hans Dorrestijn. Hij reisde ervoor naar Polen, Frankrijk, Bulgarije en Hongarije. (‘Dorrestijns Vogelgids’ p.54), maar nooit zag ie er een.
De deelnemers aan de excursies vogelgeluiden die de Groenclub dit voorjaar organiseerde hadden meer geluk. Zit er zomaar, in het Valckeniersbos, hoog in een boom een appelvink te zingen dat het een lieve lust is. Excursieleiders, Daphne en Mark spreken van een “best wel unieke ervaring.” Daphne weet dit prachtige vogeltje met die stoere blauwzwarte snavel nog te fotograferen ook!
Trucjes
Mark en Daphne wijzen de vroeg uit de veren gekropen Heveanen op meer gevederde vriendjes. “Kijk, een middelste bonte specht, en daar: een boomklever. Hoor: de tjiftjaf.” Even verderop: “een zwartkop”. En dan, onmiskenbaar, “een winterkoning”. “Wat vliegt daar in de verte? Niet goed te zien: een rover, vermoedelijk een mannetjes sperwer.”
De deelnemers aan de excursies kwamen ogen en oren te kort. Trucjes om vogelgeluiden van elkaar te onderscheiden leerden ze ook. Dat van de roodborst: doet denken aan een klaterend beekje (geen toon houdt ie vast). Wat herken je in dat van de koolmees? Een fietspomp. De pimpelmees: klinkt als een belletje; een boomkruiper brengt ijle piepjes voort, staartmeesjes doen prrr, prrr, prrr. De groene specht: lacht wat af.
En van de heggemus lijkt het gezang op een kabouterkruiwagenwieltje dat olie nodig heeft.
Zo viel er tijdens deze leerzame excursies nog veel te lachen ook. Of we ook volgend jaar van de partij zullen zijn? Zeker weten!
Hans Dorrestijn vertelt trouwens in hetzelfde boekje dat ook hij zijn eerste appelvink heeft gescoord. Nota bene in de Renkumse bossen, op drie kilometer van zijn huis (hij woont in Bennekom). Dat zou zomaar een nazaat kunnen zijn van ‘onze’ appelvink.
mannetjes vink zwartkop winterkoning
tjiftjaf middelste bonte specht roodborst
De morgenstond…. heeft goud in de mond