Van de Romeinse tijd tot de aankoop van het Seelbeekdal door Hevea in 1915
“Heveadorp” , de naam van dit dorp ontstond pas toen het dorpje in het dal van de Seelbeek in november 1919 een postkantoor kreeg. De geschiedenis gaat natuurlijk veel verder terug, ook veel verder dan de aankoop van het Seelbeekdal door de Heveafabriek in september 1915.
Al in de tijd van de Romeinen liep door het dal een belangrijke handelsroute tussen Nijmegen en de Veluwe, via een doorwaadbare plaats in de Nederrijn. In 1895 werd daar bij baggerwerkzaamheden een schat uit de Romeinse tijd gevonden.
Later stond langs de beek een pottenbakkerij en in het jaar 839 is zelfs sprake van een ‘Hof aan de Seelbeek’. De resten van de toren vormen nu een eilandje in de vijver nabij de rotonde in Doorwerth.
Het Huis ter Aa
Landelijke bekendheid kreeg het dal vanaf 1908 toen Willem Scheffer er zijn modelboerderij ‘het Huis ter Aa’ oprichtte. Scheffer woonde op de Duno en had als vennoot van Van Houten Cacao (en echtgenoot van één van de Van Houten dochters) een fortuin verdiend. Hij begon in 1908 met een complex beneden bij de Nederrijn maar al snel besloot hij het hoger gelegen deel van het dal te egaliseren. Volgens het blad ‘Buiten’ werden hiervoor 1100 man aan het werk gezet. Op dit gigantische plateau kwam een tweede complex, compleet met toen nog hypermoderne elektriciteitsvoorzieningen. Een aantal van de woonhuizen die Scheffer langs zijn terrein bouwde, staat nog altijd.
Het enige bedrijfsgebouw dat van de modelboerderij is overgebleven in het waterfiltergebouw in de Seelbeeck.
De boerderij kreeg veel aandacht in de pers en trok veel belangstellenden, waaronder prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. De inkomsten vielen echter tegen en toen zijn pleegzoon geen plannen had om de boerderij over te nemen zette Scheffer het bedrijf in de verkoop. Op 11 september 1915 kon de Oosterbeeksche Courant melden dat het geheel was gekocht door de ene heer Wilhelmi uit Hoogezand.
Fietsbandenfabriek Hevea
Deze Dirk Frans Wilhelmi was sinds het begin van de vorige eeuw bezig met het ontwerpen van een goede rubberen fietsband. Na veel pogingen slaagde hij daarin en met financiële steun van T.H. Meijer startte hij in 1908 in Hoogezand de fietsbandenfabriek ‘Hevea’. De fabriek was vernoemd naar de Hevea Braziliënsis, de rubberboom. Al snel volgden grote plannen tot uitbreiding maar die was in Groningen niet mogelijk. Daarom viel het oog op de modelboerderij. Deze plek was geschikt vanwege de ligging aan de Rijn (de aanvoer van grondstoffen) en de ruimte (geen buren die klaagden over stank en geluid). Dat laatste zou nog tegenvallen, maar de geschiedenis van Heveadorp was begonnen. De overdracht van de modelboerderij volgde op 15 oktober 1915.